25/03/2002
- PERSDOSSIER -
Wanneer alles volgens planning
verloopt, starten ten vroegste vanaf 2005 de werken voor
de aanleg van de tweede spoortoegang voor de haven van
Antwerpen. Deze 28 km lange dubbelsporige goederenlijn
zal lopen tussen het rangeerstation Antwerpen-Noord, in
de haven van Antwerpen, en de aansluiting met de
spoorlijn Lier-Aarschot (lijn 16) in Lier. Het tracé
doorkruist de steden en gemeenten Antwerpen (Ekeren,
Merksem, Deurne), Schoten, Wijnegem, Wommelgem, Ranst en
Lier. De uitvoeringstermijn van de nieuwe goederenlijn
bedraagt 5 jaar (indien er een akkoord over de pre- en
cofinanciering wordt bereikt) of 7 jaar (indien er geen
akoord wordt bereikt). De spoorlijn kan bijgevolg in
2010 of 2012 in gebruik worden genomen.
Waarom een tweede spoortoegang?
Deze nieuwe tweede spoortoegang is zeer
belangrijk zowel voor het spoorvervoer als voor de
Antwerpse haven. De huidige en enige toegang via het
spoor tot de rechteroever van de haven is de lijn 27A
Antwerpen-Noord – Mortsel. Deze spoorlijn is reeds jaren
volledig verzadigd en laat een verdere groei van het
treinverkeer naar en van de haven niet meer toe.
Bovendien is deze spoorlijn uiterst kwetsbaar. Bij een
eventueel ongeval wordt de hele toegang tot de haven
geblokkeerd.
Verschillende studies wijzen uit dat
het goederenverkeer per spoor de volgende jaren nog aan
belang zal winnen. Niet alleen de haven zal verder
groeien, ook het marktaandeel van het spoor in het
verwerken van de haventrafiek zal nog stijgen. De NMBS
heeft de ambitie om in de toekomst 20% van het
gecombineerd vervoer via het spoor te laten verlopen.
Het gecombineerd vervoer bevat onder meer het vervoer
van containers die in de haven van Antwerpen worden
aangeboden om naar verre hinterlandbestemmingen als
Zuid-en Centraal Europa te worden vervoerd. De
groeitrend leert dat in 2010 de globale haventrafiek
naar 192,7 miljoen ton zal klimmen. Hiervan moet 42,6
miljoen ton per spoor worden vervoerd indien we een
mobiliteitsinfarct op de wegen willen vermijden.
De files op de weg worden dagelijks
langer. Een tweede spoortoegang kan in belangrijke mate
bijdragen tot het verbeteren van de mobiliteit door een
groter deel van het vrachtvervoer vanuit of naar de
Belgische havens via de trein te laten verlopen. Ook het
milieu zal hierbij winnen. De trein is immers een
milieuvriendelijk vervoermiddel bij uitstek zonder
vervuilende uitlaatgassen.
De tweede spoortoegang is ook een
voorwaarde om het voorstadsverkeer rond Antwerpen uit te
bouwen. De bestaande plannen voor de uitbreiding van het
aanbod van reizigerstreinen rond Antwerpen is niet
volledig realiseerbaar zonder de nieuwe goederenlijn.
Door het goederenverkeer van de bestaande spoorlijnen te
halen en via de 2e spoortoegang te leiden, komt er meer
capaciteit vrij voor het binnenlands reizigersverkeer en
kan er bijgevolg meer en frequenter treinverkeer worden
aangeboden. Een aantal flessenhalzen in het
reizigersverkeer zullen dankzij de nieuwe goederenlijn
worden opgelost en op de spoorlijn Antwerpen-Herentals
(lijn 15), meer bepaald op het baanvak Berchem-Lier,
komt extra capaciteit vrij.
Gelet op het vertrekpunt en de eindbestemming van de
meeste goederentreinen zullen noch de te verlengen
goederenlijn 11, noch de aan te leggen
Liefkenshoektunnel een alternatief vormen voor de aanleg
van de tweede spoortoegang. Het overgrote deel van de
containers moet in het rangeerstation Antwerpen-Noord
worden behandeld. De ‘Montzenlijn’ tussen Antwerpen en
Lier is de belangrijkste én kortste verbinding van de
haven met het hinterland.
Historiek van het project van de tweede
spoortoegang
|
24 maart
1995 |
de Raad van
Bestuur van de NMBS beslist om het tracé dat
gebruik maakt van de reservatiestrook van de
geplande autosnelweg A102 Merksem-Wommelgem
eveneens te bestuderen. |
|
27 september
1996 |
de Raad van
Bestuur van de NMBS beslist om het tracé en de
varianten langs het geplande Duwvaartkanaal te
verwerpen omwille van de zeer grote
milieu-impact. |
|
18 juli
1997 |
het tracé
via de reservatiestrook van de A102
Merksem-Wommelgem, de autosnelweg E313 en verder
via Ranst naar Lier (Grote Ring-E313-tracé) wordt
aangenomen als officieel NMBS-tracé. |
|
28 april
1998 |
de Vlaamse
regering bevestigt, na verder onderzoek van
bijkomende alternatieve tracés door de NMBS, deze
keuze. |
|
23 juni
2000 |
de Vlaamse
regering legt het tracé en het lengteprofiel van
de nieuwe goederenlijn principieel vast. Minister
Dirk Van Mechelen geeft AROHM de opdracht om een
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) op
te maken. |
Procedures
Vooraleer de werken van start kunnen gaan, moeten er
verschillende procedures worden doorlopen (timing
volgens de huidige inzichten) :
1. Het Vlaams Gewest heeft op 15 januari 2002 een
voorontwerp van een Gewestelijk Ruimtelijk
Uitvoeringsplan (GRUP) opgestuurd naar de betrokken
instanties voor advies. 2. Op 7 februari 2002 vond er
een plenaire vergadering plaats over dit voorontwerp van
het GRUP. 3. Na deze adviesronde wordt het
voorontwerp van het GRUP aangepast en opnieuw voor
advies voorgelegd. 4. Op basis van dit aangepast
voorontwerp stelt de Vlaams regering het ontwerp van het
GRUP vast. 5. Dit ontwerp van het GRUP wordt aan het
grote publiek voorgesteld bij het voeren van een
openbaar onderzoek. Dit openbaar onderzoek zal volgens
de huidige inzichten lopen in de herfst van 2002. Het
Vlaams Gewest en de NMBS zullen hiervoor in de
verschillende gemeenten hoorzittingen organiseren. 6.
Als afronding van de procedure wordt het GRUP
bekrachtigd door de Vlaamse regering. 7. Sinds eind
november 2001 is een onafhankelijk studiebureau bezig
met de opmaak van een milieu-effectenrapport (MER). Een
MER geeft een beeld van de invloed die het aanleggen van
de nieuwe spoorlijn kan veroorzaken op mens en milieu en
laat toe om milderende maatregelen voor te stellen. De
NMBS dient bij de aanleg van het tracé hiermee rekening
te houden. Het MER zal eind 2002 klaar zijn. AMINAL
(Vlaamse administratie voor milieu, natuur en
landinrichting) levert voor het MER een
conformiteitsverklaring af. 8. Wanneer het MER is
uitgevoerd, kan het bouwaanvraagdossier worden opgemaakt
en de stedenbouwkundige vergunning (bouwaanvraag) worden
aangevraagd. Dit moet volgens het samenwerkingsakkoord
voor eind 2002 gebeuren. In het kader van de
bouwaanvraag zal opnieuw een openbaar onderzoek worden
gevoerd. Vervolgens maakt de NMBS de onteigeningsplannen
op en vraagt een Koninklijk Besluit voor de
onteigeningen aan (2004). 9. De werken kunnen starten
van zodra de bouwvergunning is bekomen en de gronden
zijn onteigend. Volgens de huidige planning zullen de
werken kunnen starten in de loop van 2005. De
uitvoeringstermijn bedraagt 7 jaar. De nieuwe
goederenlijn kan dan in 2012 operationeel zijn (in kader
van 12-jaren investeringsplan voor de NMBS). Indien er
een akkoord wordt bereikt over de pre- en cofinanciering
– zoals voorzien in het wetsvoorstel -, kunnen de werken
worden bespoedigd en kan de tweede spoortoegang reeds
vanaf 2010 in dienst worden gesteld.Nut van een openbaar
onderzoek in het kader van GRUP
Het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan of GRUP
wordt in overleg met de NMBS opgemaakt door de afdeling
Ruimtelijke Planning van het Vlaams Gewest. Op basis van
dit plan zullen de terreinreservaties, noodzakelijk om
het project te kunnen realiseren, worden vastgelegd.
Het openbaar onderzoek in het kader van het GRUP
duurt wettelijk 60 dagen. Binnen deze termijn kunnen er
suggesties worden gedaan of bezwaarschriften ingediend.
De NMBS en het Vlaams Gewest organiseren binnen deze
tijdspanne infovergaderingen voor de inwoners van de
betrokken gemeenten zodat iedereen op de hoogte is van
het tracé.
Reizigersverkeer op de nieuwe goederenlijn?
De tweede spoortoegang dient in de eerste plaats voor
goederenverkeer. Het is niet evident om de nieuwe
spoorlijn ook te gebruiken voor reizigersverkeer. Hier
zijn verschillende redenen voor:
1. Het tracé is namelijk zo opgevat dat de woonkernen
zoveel mogelijk worden vermeden. De ligging van
eventuele stopplaatsen zal dus nooit optimaal kunnen
worden gekozen. 2. Antwerpen is via de nieuwe
goederenlijn slechts via een omweg bereikbaar en door de
interferentie met het goederenverkeer zal geen
aantrekkelijke frequentie kunnen worden
aangeboden. 3. Het tracé ligt redelijk geïsoleerd van
andere spoorlijnen (zo is het station van Lier
bijvoorbeeld niet bereikbaar) waardoor de inpassing in
het geplande treinaanbod wordt bemoeilijkt.
Verbinding tweede spoortoegang-IJzeren Rijn
(voorlopig) niet aan de orde
Voor de aanleg van een verbinding tussen de tweede
spoortoegang en de IJzeren Rijn werd een aansluiting op
de spoorlijn Lier-Herentals (lijn 15) ter hoogte van
Kloosterheide overwogen. Deze oplossing lag echter zeer
moeilijk naar de omgeving toe. Vandaar dat er voor is
gekozen om de IJzeren Rijn-treinen via de bestaande
spoorlijn Antwerpen-Lier te laten rijden. Door de
ingebruikname van de nieuwe goederenlijn komt er
voldoende capaciteit vrij op de huidige lijn
Antwerpen-Herentals (lijn 15) om deze trafiek te
verwerken.
Tracé van de tweede spoortoegang
In totaal bestudeerde de NMBS een twintigtal
mogelijke tracés en plaatselijke alternatieven in
grondplan en nog een aantal in lengteprofiel. Op basis
van de eigen spoortechnische ervaring werd er een
selectie gemaakt welke het meest tegemoet komen aan de
noden. Belangrijk hierbij zijn het hellingspercentage,
de lengte van de goederentrein bij het nemen van een
bocht, het uiteindelijk rendement, etc.
De geselecteerde tracés werden onderworpen aan een
milieuhaalbaarheidsstudie door Technum, een
gespecialiseerd studiebureau. De NMBS heeft zich
opengesteld voor alle suggesties aangaande alternatieve
tracémogelijkheden die zij in alle ernst heeft
onderzocht en zo nodig aan de milieuhaalbaarheidsstudie
heeft toegevoegd.
Er werd uiteindelijk voor het Grote Ring-E313-tracé
gekozen. Het tracé start in het vormingsstation
Antwerpen-Noord en eindigt aan de spoorlijn
Lier-Aarschot (lijn 16) in Lier. Hier wordt aangesloten
op de bestaande lijn richting Hasselt en Leuven. Het
Grote Ring-E313-tracé maakt zoveel mogelijk gebruik van
de reservatiestrook voor de aanleg van de A102
Merksem-Wommelgem (de Grote Ring) en kruist het
Albertkanaal in Schoten ondergronds door middel van een
tunnel. Verder bundelt het tracé strak met de
autosnelweg E313 tussen Wommelgem en Ranst en kruist het
de E313 ondergronds. Vervolgens verloopt het tracé
bovengronds richting Netekanaal en Kleine Nete om dan
aan te sluiten op de spoorlijn Lier-Aarschot (lijn
16).Kostenplaatje van de tweede spoortoegang
De oplossing zoals die momenteel voorligt (beslissing
Vlaamse regering) wordt geraamd op 731 miljoen euro
(29,5 miljard BEF).Maximale inspanningen om het beste
tracé te selecteren
De NMBS heeft bij de tracékeuze van de tweede
spoortoegang maximale inspanningen geleverd om een zo
goed mogelijk compromis te vinden om woonkernen te
ontwijken en natuur- en landbouwgebieden intact te
houden. Van alle onderzochte alternatieven was de
milieu-impact bij het Grote Ring-E313-tracé het kleinst.
Het is de kortste (28 km), bundelt met verschillende
belangrijke bestaande wegeninfrastructuren en verloopt
over een grote lengte langs reeds verstoorde
gebieden.
Zoals gebruikelijk bij dergelijke grote projecten
worden volgende remediërende maatregelen voorgesteld:
goede onderbouw van het spoor, langgelaste spoorstaven
en geluidsschermen zodat de geluidshinder optimaal wordt
ingeperkt.Het tracé
EkerenDe nieuwe goederenlijn start in het
vormingsstation Antwerpen-Noord. Voor de doortocht van
de woonkern van Ekeren bundelt de nieuwe spoorlijn
maximaal met de bestaande goederenlijn naar Mortsel
(lijn 27A). De spoorlijn wordt uitgebreid tot een
viersporige lijn.
Voor het verbreden van de bestaande opgehoogde
bedding is het noodzakelijk dat alle bestaande
spoorbruggen die zich in deze zone bevinden worden
uitgebreid. Er moeten extra bruggen worden gebouwd over
de beide Schijnen, de A12, de Driehoekstraat, de
Noteschelp, de Statiestraat, de spoorlijn
Antwerpen-Essen (lijn 12), de Bist, de Veltwijcklaan en
de Prinshoeveweg. De brug van de Kloosterstraat moet
worden herbouwd of vervangen door een alternatief.
Tussen de Kloosterstraat en de Veltwijcklaan zal er
reeds vanaf begin 2004 een dubbelsporige lijn aangelegd
zijn. Deze zal tijdelijk dienst doen als werkspoor* voor
de aanleg van de hogesnelheidslijn Antwerpen-Nederlandse
grens. Later wordt dit spoorgedeelte de tweede
spoortoegang.
In de zone Veltwijcklaan - verkeerswisselaar A12/E19
wordt er een spoorverbindingscomplex aangelegd tussen de
nieuwe lijn en de goederenlijn Antwerpen-Noord – Mortsel
(lijn 27A). Om de woonwijk Het Laar zoveel mogelijk te
sparen, wordt de lijn 27A verschoven naar het westen.
Ter hoogte van de verkeerswisselaar A12/E19 worden de
pijpleidingenstrook, de Laarse Beek, de nieuwe
hogesnelheidslijn Antwerpen-Nederlandse grens en de E19
gekruist. Hiervoor zullen viaductconstructies worden
gebouwd. Er wordt ook een verbindingsbocht richting
Antwerpen-Schijnpoort voorzien.
(* Via het werkspoor tussen het rangeerstation
Antwerpen-Noord en de de verkeerswisselaar A12/E19 zal
het spoormateriaal voor de aanleg van de
hogesnelheidslijn Antwerpen-Nederlandse grens worden
aangevoerd. De werken voor de aanleg van het werkspoor
starten vanaf augustus 2002 en duren tot begin 2004. Het
4 kilometer lange tracé bundelt maximaal met de huidige
goederenlijn 27A en komt op dezelfde hoogte te
liggen.)Antwerpen (Merksem) en Schoten
Van voorbij de kruising met de E19 in Merksem wordt
een tracé gevolgd dat binnen de reservatiezone voor de
aanleg van de A102 Merksem – Wommelgem ligt. Vanaf de
kruising met de E19 begint de spoorlijn met een maximale
helling van 6 promille te dalen om op voldoende diepte
het Albertkanaal ondergronds te kruisen.
Op het grondgebied van Merksem moeten er bruggen
worden gebouwd over de Laaglandlaan en de Zwaantjeslei.
De Bredabaan dient lokaal ongeveer 4,5 meter opgehoogd
te worden.
In Schoten worden de Van Havrelaan, Calesbergdreef,
Borgeindstraat en Deurnevoetweg ondergronds gekruist
door middel van brugdekken over de ingegraven
spoorbedding.
Onder het Albertkanaal en de er naast liggende
Metropoolstraat wordt een spoortunnel aangelegd. Onder
het kanaal bevinden de sporen zich op ongeveer 17 meter
diepte.Wijnegem en Antwerpen (Deurne)
De Merksemsebaan, Schotensteenweg, Muggenlei,
Ertbruggestraat, Van De Wielelei en Autolei-Krijgsbaan
worden ondergronds gekruist door middel van brugdekken
over de ingegraven spoorbedding. Het Groot Schijn wordt
ondergronds gekruist door een gesloten koker.Van
Wommelgem tot Ranst
De nieuwe goederenlijn bundelt tussen Wommelgem en
Ranst strak met de autosnelweg E313 en loopt in een
ingegraven betonnen U-bak tussen de autosnelweg en de
bedrijven ten noorden van de E313. Aan de Uilenbaan komt
er een brugdek over de ingegraven spoorbedding. Alle
bestaande bruggen over de E313 moeten worden aangepast
(Doornaardstraat en Wijnegemsteenweg).
Servicezone Wommelgem - Ranst De nieuwe
goederenlijn passeert aan de achterzijde van de
servicezone. Voor de toegangswegen tot de twee bruggen
aan weerszijden van de servicezone (Keerbaan en
Wijnegembaan) worden brugdekken over de ingegraven
spoorbedding voorzien.Kruising met E313 in Ranst De
nieuwe goederenlijn kruist ter hoogte van de Vaartstraat
in Ranst de autosnelweg E313. Op welke wijze dat deze
kruising wordt aangelegd, zal nog moeten worden
geëvalueerd op basis van het Milieu-effectenrapport
(MER). De Vlaamse regering heeft beslist dat de aanleg
ondergronds moet gebeuren. Van die principiële
beslissing kan slechts worden afgeweken op basis van
ernstige indicaties in het MER. Net voorbij de
kruising gaat de nieuwe spoorlijn gedeeltelijk door het
Bos van Ranst of Muizenbos. Dit bos is als kwetsbaar
bosgebied (Europees Habitatrichtlijngebied) geklasseerd.
Om de aansnijding van het Muizenbos maximaal te
beperken, wordt het kruisingspunt zo oostelijk mogelijk
ten opzichte van het bos voorzien en de kruising zo
schuin mogelijk. De brug van de Vaartstraat moet
worden vervangen door een brug met een grotere
overspanning om de noodzakelijke faseringen voor de
tijdelijke omleidingen van de E313 (tijdens de werken)
mogelijk te maken.
Van Ranst tot LierVoorbij de kruising met de E313
volgt de nieuwe goederenlijn over een afstand de
reservatiestrook voor de nutsleidingen. Vanaf de
kruising met de E313 verloopt het tracé deels op
maaiveldniveau en deels ingegraven.
De Zakstraat wordt omgelegd naar de Laarstraat. In de
Laarstraat wordt een brug over de sporen gebouwd. Ter
hoogte van de Bistweg-Broechemlei wordt een brug onder
de sporen voorzien. Voor de kruising met de Abelebaan,
de Van Den Nestlaan en de Ranstsesteenweg worden bruggen
over de spoorlijn gebouwd.Lier
Vanaf de gemeentegrens tussen Ranst en Lier begint
het spoor te stijgen om verderop de Ring, de
Liersesteenweg, de Nete, het Netekanaal en de
spoorlijnen Antwerpen-Herentals (lijn 15) en
Lier-Aarschot (lijn 16) bovengronds te kunnen kruisen.
De bovengrondse aanleg is spoortechnisch de enige
mogelijkheid om net voorbij Lier te kunnen aansluiten op
het bestaande spoortracé.
In grondplan gaat het tracé in een wijde boog om de
woonzone ‘Het Alliers’ heen om vervolgens over een korte
afstand te bundelen met de Ring rond Lier en aansluiting
te zoeken bij de spoorlijn Lier-Aarschot (lijn 16).
In de straat ‘Hagenbroek-Noord’ wordt er een brug
onder de sporen gebouwd en komt er een viaduct vanaf de
bundeling met de Ring rond Lier tot de kruising met de
Grote Nete. In het project is ook de afschaffing
voorzien van de bestaande, zeer drukke, overweg van de
Kesselse steenweg op de lijn Lier-Aarschot (lijn 16).
Hiervoor moet deze spoorlijn lokaal worden opgehoogd
zodat de Kesselsesteenweg door de vier sporen
bovengronds wordt gekruist. Ook de overweg aan de
Marnixdreef moet hiervoor worden afgeschaft. Dit kan
mits omleiding langs een nieuw aan te leggen
omleidingsweg.
Het nieuwe spoortracé sluit aan op het bestaande
spoortracé ter hoogte van de grens Lier-Berlaar.
|